Categorie archieven: Nieuws

Op zoek naar smart oplossingen om toegankelijkheid binnenstad Gouda te verbeteren

Hoe kan de Goudse binnenstad beter bereikbaar worden voor mensen met een beperking? Dat is de vraag die de gemeente Gouda heeft voorgelegd aan studenten van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology, een samenwerkingsverband tussen het regionale bedrijfsleven, mboRijnland en de gemeente. Bij het project is ook de Goudse Adviesraad voor mensen met een Beperking (GAB) betrokken. Zij vroegen de gemeente Gouda bij de behandeling van de winkelvisie aandacht voor de toegankelijkheid van de binnenstad.

Met andere ogen

Een probleem door andere ogen laten bekijken, dat is waarom de gemeente Gouda studenten van CIV Smart Technology heeft gevraagd om mee te denken. Want, hoe kunnen we de binnenstad bereikbaarder maken voor mensen met een beperking, met de grote uitdaging van een historische binnenstad met bijvoorbeeld smalle straatjes, veel fietsen en uitstallingen van winkeliers? Studenten hebben dinsdag 5 februari zelf ervaren hoe het is om korte tijd met een beperking te moeten lopen door de binnenstad. In roelstoelen, met loopbeperkende protheses of met ‘blindbrillen’ en stokken hebben zij diverse routes door de Goudse binnenstad gelopen. En dat viel voor veel studenten niet mee. De komende weken gaan de studenten nadenken over creatieve en innovatieve oplossingen voor dit probleem.

Wethouder Thierry van Vugt: ‘De binnenstad is de parel van Gouda. Het is belangrijk dat alle inwoners en bezoekers van Gouda de binnenstad kunnen gebruiken en beleven. In de praktijk lopen mensen met een beperking soms letterlijk tegen obstakels aan waardoor dit voor hen veel lastiger is. Studenten van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology leren op een andere manier naar vraagstukken te kijken en slimme oplossingen te bedenken voor problemen. Zij gaan de binnenstad vanuit een andere bril bekijken en ik ben heel benieuwd naar hun ideeën om de toegankelijkheid van de binnenstad te verbeteren. Dat doen we in samenwerking met de Goudse Adviesraad voor mensen met een Beperking. En uiteraard zullen we ook de binnenstadsondernemers hierbij betrekken.’

Wethouder Thierry van Vugt (links) kijkt hoe studenten zelf hindernissen ervaren.

Studenten aan de slag

Eerstejaars studenten van de opleiding Smart Technology van mboRijnland gaan de komende periode aan de slag met het bedenken van deze smart oplossingen die ook uitvoerbaar zijn. Allereerst starten zij met een brainstorm waarbij ze de ervaringen die dinsdag 5 februari zijn opgedaan goed kunnen gebruiken. Ook de verhalen van Michel van Lookeren en Carla Weller van de Goudse Adviesgroep voor mensen met een beperking (GAB) helpen hierbij. Michel vertelde bijvoorbeeld dat hij altijd blauwe schenen overhoudt aan een bezoek aan de stad omdat hij struikelt over fietsen en scooters.

Michel is slechtziend en vertelt aan de studenten: ‘In Gouda wonen zo’n 8.000-10.000 mensen met een beperking. Dit is een interessante doelgroep voor de winkeliers omdat ook zij behoefte hebben om bijvoorbeeld kaas of cd’s te kopen. Ik hoop dat jullie slimme out-of-the-box oplossingen bedenken zodat ik geen scheenbeschermers meer nodig heb om heelhuids door de stad te kunnen lopen.’ Hij is heel benieuwd naar de ervaringen en oplossingen van de studenten.

Carla zit in een rolstoel en vult hierop aan: ‘Ook wij willen normaal een drankje kunnen doen in de stad. Dit is nu niet vanzelfsprekend, ook niet in Gouda. We zijn afhankelijk van de stad en willen op voet van gelijkheid mee kunnen doen. Jullie kunnen ons daarbij helpen.’

Over zo’n week of tien weten we wat dit heeft opgeleverd en welke adviezen de studenten aan de gemeente Gouda geven.

Eerste studenten halen branchediploma Kraamzorg

Veertien medewerkers van Kraamzorg De Waarden hebben de brancheopleiding Kraamzorg bij mboRijnland met succes afgerond.

Een diplomering in de zorg is omgeven door plechtige momenten. Na een half uur moesten alle studenten opstaan. Docent Hanny de Bruin-van der Wolk van mboRijnland las de eed voor, die alle verzorgenden en verpleegkundigen moeten afleggen. Het was doodstil in de zaal. Hier gebeurde wat, je voelde het. Zelfs de kinderen hielden op met rennen en spelen. Alle student beloofden dat ze zich tijdens hun werk aan de eed zouden houden. Daarna mochten ze hun diploma ondertekenen en hun officiële speldje in ontvangst nemen. Die werd opgespeld door een praktijkbegeleider van De Waarden of Hanny, die uitlegt dat het speldje alleen mag worden opgedaan door iemand die in dezelfde richting een opleiding van vergelijkbaar of hoger niveau heeft gevolgd

Samen ontwikkeld

De brancheopleiding kraamzorg duurt anderhalf jaar en is erkend door het College Zorg Opleidingen (CZO). Het onderwijstraject is ontwikkeld door contract- en gezondheid van mboRijnland in zeer nauwe samenwerking met De Waarden. “Een echt maatwerktraject”, noemt accountmanager Margot Röst de opleiding. Ze is erg enthousiast over de inzet van De Waarden. “Ze hebben niet alleen meegedacht over het programma. Ook hebben ze tijdens de lessen hun expertise ingezet. Zo heeft hun lactatiekundige lessen gegeven. Ook hebben ze een communicatietraining met een acteur gegeven en een training vroegsignalering aangeboden. Het is een geweldig voorbeeld van cocreatie.”

Ook docent en ontwerper Hanny de Bruin is positief over de samenwerking met De Waarden. “We hebben het echt samen gedaan. Het curriculum ontwikkelen, de opdrachten selecteren , de lessen en begeleiding vormgeven. Het is ook bijzonder om te zien hoeveel begeleiders De Waarden heeft ingezet.” Zoeken was het soms wel. “Het hele programma was nieuw. Alles moesten van de grond af opbouwen. Maar we zijn er prima uitgekomen.”

Dat beaamt Marianne van IJzendoorn, manager bij Kraamzorg De Waarden. We hadden de opdrachten goed uitgezet bij de studenten, maar toen zij die af hadden, keken we elkaar aan. Wie moest die opdracht eigenlijk beoordelen? De school? Wij? Maar ook voor dat soort zaken vonden we snel een oplossing. Dat kwam door de korte lijntjes die we hadden. Een appje sturen en we kregen antwoord.”

Pittig traject

Het was een intensief traject voor de studenten, voornamelijk herintredende vrouwen. De intensiteit begon al bij de start, vertelt Marianne van IJzendoorn, manager van Kraamzorg De Waarden. “Ze moesten door een soort selectiestraat, die een hele dag duurde. Eerst een sollicitatiegesprek, daarna verschillende testen op de computer en tenslotte rollenspelen, waarin de kandidaten werden geobserveerd door twee kraamverzorgenden.” Daarna was het volgens hard werken en veel leren. “De studenten werkten zes weken bij gezinnen, eerst toekijkend, daarna onder begeleiding en tenslotte zelfstandig, met gediplomeerde kraamverzorgers op afstand. Na die zes weken hadden ze één week school bij mboRijnland.” Ze is ontzettend trots op haar werknemers. “De meiden hebben het pittig gehad, hoor. Ze hebben zelf een gezin, kinderen, een huishouden, en dan ook nog een baan en een opleiding. Ga er maar aanstaan. Maar ze hebben een enorm doorzettingsvermogen, geweldig om mee te maken.” Hanny is blij dat de vrouwen het traject met succes hebben afgerond: “Ze hebben met deze opleiding echt voor zichzelf kozen. Nu zijn wij aan de beurt, was hun insteek. Het is dan des te mooier dat ze hun eigen doelstelling hebben behaald.”

Onzekere jonge ouders helpen

Ook studente Miranda van der Star erkent dat de opleiding intensief was. Ze zet haar jongste zoon even recht op haar schoot. “Vooral de nachtdiensten waren zwaar.” Maar ze geniet van het werk. “Het is heel mooi om jonge ouders te mogen ondersteunen bij de verzorging van hun kinderen. Ze zijn vaak nog heel onzeker over wat ze precies moeten doen. Hoe doe je een kind eigenlijk veilig in bad? Hoe zorg je dat hij gezond eten krijgt? Het is fijn om ze daarbij te helpen. Je ziet de ouders dan steeds meer zelfvertrouwen krijgen. Uiteindelijk kijken ze me weg. Dan is mijn werk geslaagd. Ik moet niet meer nodig zijn.” Haar zoontje kijkt grijnzend in de camera. Hij knikt als hem gevraagd wordt of hij ook trots op zijn moeder is. Hij duwt zijn hoofd tegen het hare.

De afwisseling van het werk vindt Miranda ook leuk. “Ieder gezin is verschillend.” Afscheid nemen van een gezin vindt ze niet lastig. “Ik ben best professioneel wat dat betreft. En daarna komt een nieuw gezin, dat is een leuke gedachte.” Ze heeft veel geleerd bij mboRijnland. “Over het geven van voorlichting aan gezinnen, communicatie, allerlei verzorgende handelingen. Heel leerzaam.”

mboRijnland laat zich zien aan ministers

Op 30 januari was mboRijnland gastheer voor een belangrijke ontwikkeling in het onderwijs. Die ochtend ondertekenden dertien organisaties uit het mbo, het bedrijfsleven en de overheid het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek. Hierbij waren twee ministers aanwezig: Ollongren van Binnenlandse Zaken en Van Engelshoven van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.

Het convenant tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid houdt in dat onderwijs beter aansluit op de praktijk. Er worden afspraken gemaakt zodat de veranderingen door bijvoorbeeld de energietransitie ook leiden tot veranderingen in het lesaanbod van de studenten.

Omdat wij in het Living Lab Palenstein eigenlijk al doen wat in het convenant staat, kwamen alle partijen naar de Tangogarage. De gemeente Zoetermeer bouwt de garage om tot een innovatieve leeromgeving voor energietransitie voor onder meer onze studenten. Dat doet de gemeente samen met onze studenten en het bedrijfsleven. Zo hebben onze studenten bijvoorbeeld als aankomend gebruikers, meegewerkt aan het ontwerp van de nieuwe inrichting.

Ook deze ochtend namen onze studenten en docenten een belangrijke plaats in. Zij vertelden de ministers Ollongren van Binnenlandse Zaken en Van Engelshoven van Onderijs Cultuur en Wetenschap hoe zij meewerken aan de nieuwe ontwikkelingen. Ook scholieren van het nabijgelegen vmbo zagen kans om deel te nemen.

Gastheer van de dag en voorzitter van het College van Bestuur Otto Jelsma, prees de gemeente Zoetermeer om zijn rol als facilitator en verbinder binnen het Living Lab Palenstein Aardgasvrij. Hij zei “Wij bevinden ons vandaag op een bijzondere locatie in Zoetermeer: namelijk, de voormalige Tango garage in de wijk Palenstein. Deze wijk is een van de eerste wijken in Nederland die aardgasvrij wordt gemaakt. In het kader van de energietransitie laat de gemeente Zoetermeer, op initiatief van wethouder Iedema, deze plek ombouwen tot een innovatieve leeromgeving waar studenten van mboRijnland, maar ook leerlingen van het Oranje Nassau College en leerlingen van het Stedelijk College gebruik van kunnen maken.”

Partijen die het convenant hebben ondertekend zijn: De Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de MBO Raad, de Samenwerkingsorganisatie BeroepsonderwijsBedrijfsleven (SBB), de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO), FNV, CNV, Bouwend Nederland, Aannemersfederatie Nederland, Koninklijke OnderhoudNL, Techniek Nederland, FME en Netbeheer Nederland.

Inspirerende werkveldbijeenkomst CIV Welzijn & Zorg

Urgentie smeedt hechte verbindingen. Dat blijkt uit de warme begroetingen en de geanimeerde gesprekjes voorafgaand aan de werkveldbijeenkomst van het CIV Welzijn & Zorg op 24 januari in het gemeentehuis van Alphen aan den Rijn. De ruim tachtig aanwezigen zijn nieuwsgierig. Willen elkaar inspireren en goede ideeën opdoen. De urgentie is er. Welzijn & Zorg wordt al de tekortsector genoemd. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap wil innovatieve, duurzame oplossingen voor het grote personeelstekort realiseren. Projectideeën zijn er volop.

In het CIV Welzijn & Zorg hebben zorg- en welzijnsorganisaties én vijf gemeenten in de brede regio Leiden zich verbonden aan mboRijnland. Een van die gemeenten is Alphen aan den Rijn. Wethouder Han de Jager – hij heeft Zorg & Welzijn in zijn portefeuille – heet iedereen welkom. “De wereld van welzijn en zorg is enorm aan het veranderen. Zij heeft dringend een innovatie-impuls nodig. Een impuls die gestalte kan krijgen in een hechte samenwerking zoals dit CIV. De partners van het CIV staan met de voeten in de klei en leiden tegelijkertijd goede mensen op. Vanmiddag laten jullie zien waartoe dit kan leiden.”

Inspirerende vergezichten

Het Regionaal Investeringsfonds wil het CIV subsidiëren. Een blijde ontwikkeling die ruimte geeft aan de realisatie van mooie projecten. Voordat de aanwezigen daarover worden bijgepraat, presenteert Annette van Krimpen, programmadirecteur CIV Welzijn & Zorg, de nieuwe huisstijl van het CIV. Deze wordt met applaus onthaald.

Innovatief vakmanschap. Het klinkt mooi. Maar in welke richting moet dat vakmanschap zich dan gaan bewegen in de nabije toekomst? Daarover krijgen de aanwezigen een boeiende presentatie van Astrid Westerbeek. Zij is directeur Research van FWG, het adviesbureau voor de zorg. Zij schetst inspirerende vergezichten als het gaat om een veranderende opvatting van welzijn en zorg, technologische innovaties, nieuw personeelsbeleid en een veranderende overheidsbemoeienis.

‘Dit voelt al als een succes’

Daarna verdelen de aanwezigen zich rond vier statafels achter in de zaal. Zij praten daar over twee succesvolle projecten én over hoe hybride leren, practoraat en modulair onderwijs de CIV-projecten kunnen ondersteunen.

Een van die projecten is het lerend wijkcentrum Teylingen. Margriet Duijvenvoorden is sociaal makelaar binnen Welzijn Teylingen. “In het wijkcentrum willen we met inzet van studenten de zelfredzaamheid van de mensen bevorderen. Voor ons is het CIV heel belangrijk. mboRijnland levert ons de studenten. De partners leveren de projecten die de studenten in het lerend wijkcentrum kunnen uitvoeren. Zo komen we tot een leefbaarder wijk.” Een succes? Lachend: “We moeten nog beginnen. Maar omdat we alles goed hebben voorbereid en gevisualiseerd, voelt het nú al als een succes!”

Grote betrokkenheid

Aan een andere statafel vertelt Margriet Vaessen over het project van Zorgpartners om te komen tot een grotere arbeidsparticipatie van statushouders binnen de zorgorganisatie. “We voeren intakegesprekken waaruit blijkt hoeveel affiniteit deze mensen met de zorg hebben. Wie verder gaat in het proces krijgt een assessment. Er zitten verschillende niveaus bij elkaar. Dat is een uitdaging. Ook een goede werkbegeleiding vinden we erg belangrijk. Wat dit project succesvol maakt, is de grote betrokkenheid van de gemeente, onze zorgorganisatie en mboRijnland. We hebben samen hetzelfde doel. En we willen daar met z’n allen echt voor gaan.”

‘Wat een energie …!’

Annette van Krimpen staat tussen de vier statafels glimlachend toe te kijken. “Dit is top! Wat een energie voel je hier stromen! Mensen zijn nieuwsgierig naar elkaar. Partners inspireren partners. Dat is precies waarvoor een werkveldbijeenkomst is bedoeld.”

CSS Breda en mboRijnland ontwikkelen werkplekleren en nieuwe leertechnologie

CSS Breda, mboRijnland en diverse zorg- en welzijnsinstellingen ontwikkelen samen een nieuwe methode en leertechnologie voor een innovatieve praktijkleerroute voor BBL-studenten. Otto Jelsma, voorzitter College van Bestuur van mboRijnland, en Rens van den Berg van CSS Breda ondertekenden daarvoor op woensdag 19 december een samenwerkingsovereenkomst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor (vlnr): Otto Jelsma (mboRijnland) en Rens van den Berg (CSS Breda). Achterste rij (vlnr): Annette van Krimpen (mboRijnland), Neltien Kreijger (FLorence) en Sonja Jong (mboRijnland)

De branches welzijn en gezondheidszorg veranderen door de snelle technologische ontwikkelingen in de samenleving. Robotisering, sociale media, biomedische nanotechnologie en kunstmatige intelligentie hebben grote invloed op het werk in deze sectoren. Het is belangrijk dat welzijns- en zorgprofessionals deze veranderingen een plek weten te geven in hun werk en houding. Dat vraagt om nieuw onderwijs. Leren in een leslokaal op school voldoet niet meer. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat leren in de praktijk een hoger leerrendement oplevert. CSS Breda, mboRijnland en instellingen gaan dit samen vormgeven in werkplekleren met leertechnologie. Dat onderwijs gaat in het nieuwe studiejaar 2018-2019 van start, onder andere bij zorginstelling Florence.

Bouwen van netwerk bij werkplekleren

Werkplekleren vindt plaats in een zorginstelling. 'Daar vinden het leerproces, onderwijsproces en beoordelingsproces plaats.' Werkplekleren is anders dan de huidige leerafdelingen van mboRijnland. 'Studenten doen dan praktijkervaring op in slechts één afdeling,' vertelt Rens van den Berg. 'In werkplekleren werken de studenten in een netwerk, met collega's en medestudenten van verschillende afdelingen. Het onderwijs dat ze daar krijgen is altijd gekoppeld aan de praktijkervaringen die ze dagelijks opdoen.'

In de nieuwe onderwijsroute werken de studenten in de praktijk. Ze komen onder leiding van een docent iedere dag 2 uur samen in de leerruimte op locatie van de zorgpartner(s) van mboRijnland. Tijdens deze dagelijkse bijeenkomsten bespreken en analyseren de studenten praktijksituaties waarmee ze te maken hebben gehad. Ook leggen de studenten en docent een verbinding met de competenties die de studenten moeten leren en de eisen die het kwalificatiedossier van de opleiding stelt. Gedurende het Leertraject verzamelt de student bewijsmateriaal waarmee hij aantoont dat hij alle vereiste competenties beheerst.

 

Vernieuwende beeldtafel

In het werkplekleren wordt gebruik gemaakt van leertechnologie. Dit zijn werkvormen die gebruik maken van ICT en andere moderne technologische ontwikkelingen. Te denken valt hierbij aan: beeldactie, reflectie in beeld, beeldend Leren, de Peer Feedback Community en de Leergame.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Docent Sonja Jong werkt al met de beeldtafel. 

​Op dit moment werkt docent Sonja Jong in de ALA Gastvrijheid al met de innovatieve beeldtafel. Dit is een enorme interactieve tablet in de vorm van een statafel. 'Ik heb een film gemaakt met heel veel beelden die te maken hebben met gastvrijheid. Iedere student selecteert door de tikken op het scherm zes beelden die voor hem of haar het meest symbool staan voor gastvrijheid. Onder leiding van de docent gaan de studenten aan de hand van de gekozen beelden met elkaar in gesprek over de gemaakte keuzes en hun visie op gastvrijheid.' Sonja is erg positief over deze werkvorm. 'Studenten zijn heel enthousiast en gedreven. Ze zijn heel geconcentreerd en worden helemaal niet afgeleid. Die tafel brengt echt hele fundamentele gesprekken op gang.' Ze balt haar vuisten. 'Studenten zijn hierbij heel fanatiek. Niet zo gek, zij bepalen welke beelden worden gekozen, zij hebben de regie in handen.'

Neltien Kreijger, praktijkopleider van Florence, herkent dit enthousiasme: 'Wij gebruiken de beeldtafel bij onze interne cursussen en trainingen. 'Het werkt. Mensen in de zorg zijn vooral beelddenkers en minder gericht op teksten. De beelden blijven langer hangen. Bovendien zijn ze herkenbaar. De studenten zien hun eigen praktijkervaringen terug. Dat vergroot het rendement van het leerproces.'
 

Docenten trainen tijdens voorbereidingen

De komende maanden beginnen mboRijnland en CSS Breda met de voorbereidingen van het opzetten van werkplekleren en leertechnologie. Daarbij worden docenten van mboRijnland geschoold naar expert werkplekleren om de methodiek en denkwijze van het werkplekleren door te geven aan collega's en praktijkopleiders in het werkplek. Otto Jelsma ziet het belang in van werkplekleren en nieuwe leertechnologie: 'De ontwikkelingen in de samenleving gaan snel. Dat vraagt om onderwijs waarin de beroepspraktijk in de volle breedte zichtbaar is. Werkplekleren is hiervan een belangwekkend voorbeeld.' Werkplekleren en leertechnologie gaan in het nieuwe studiejaar 2018-2019 van start. Ook Annette van Krimpen, directeur van het MBO College Welzijn en penvoerder van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg, is positief over de samenwerking tussen CSS Breda, Florence Academie en mboRijnland: 'Dit traject zorgt niet alleen voor een betere verbinding tussen praktijk en onderwijs, maar ook voor een leerroute die voldoet aan de eisen van de onderwijsinspectie en bovendien zorgt voor een goede borging van de resultaten en leercurve van de studenten.'
 

Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg

De samenwerking tussen CSS Breda, mboRijnland en de Florence Academie vindt plaats in het kader van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg, waar mboRijnland penvoerder van is. In het CIV werken ene groot aantal instellingen uit de zorg- en welzijnssector en mboRijnland samen aan het oplossen van opleidingsvraagstukken binnen welzijn en zorg. Dat gebeurt door middel van het ontwikkelen van modulair en certificeerbaar onderwijs, hybride onderwijs in (wijk)labs en een practoraat.

Laptops op wielen tijdens opening vernieuwde afdeling motorvoertuigentechniek

De vernieuwde afdeling motorvoertuigtechniek van mboRijnland in Gouda is dinsdag 11 december officieel geopend. De meest moderne technieken hebben er een plek gekregen. Studenten hebben nu nog meer gelegenheid om te werken met hybride en elektrische auto’s.

Met een druk op een rode knop openden Otto Jelsma, voorzitter van het College van Bestuur, twee studenten en Thierry van Vugt, wethouder Onderwijs in Gouda, de nieuwe leerplek. Het was de start van een verhaal over modern vakonderwijs dat klaar is voor de toekomst. Jan van Laake, directeur van MBO College Techniek & ICT: ‘Een moderne auto is het best te typeren als een rijdende computer. Elektrische, hybride en met waterstof aangedreven auto’s zitten vol met software en elektronica. Motorvoertuigentechniek kan daarom niet meer zonder technologie en ICT. Dat vraagt om crossovers tussen de verschillende vakgebieden in de techniek. Deze vernieuwde opleidingsruimtes bieden daarvoor alle gelegenheid. Hier kunnen we studenten aan de hand van speciaal geprepareerde leerauto’s opleiden tot vakkrachten die met de meest moderne voertuigen, techniek en ICT overweg kunnen.’

Rijdende laptop

Om dit verhaal te illustreren kregen de aanwezigen de kans om een kijkje nemen in het binnenste van een hybride lesauto en waterstofauto. Teamleider Ellard de Vries noemt de moderne auto’s ‘een laptop op wielen.’ ‘Het zijn zeer geavanceerder voertuigen die vol complexe systemen zitten, zoals datasystemen en veiligheidssystemen.’ Docent Tom Seldenthuis legt uit dat automonteurs daarom veel meer leren dan het oplossen van technische problemen. ‘Een monteur houdt zich steeds meer bezig met het dataloggen, het uitlezen en interpreteren van gegevens uit het interne computersysteem.’ Juist het samenkomen van verschillende technieken spreekt studenten aan, bleek tijdens de openingsdag. ‘Juist daarom heb ik voor deze opleiding gekozen.’ Ellard de Vries is trots op de studenten: ‘Als je deze opleiding hebt afgerond, mag je echt zeggen dat je een enorme prestatie hebt geleverd.’

Een moderne auto is het best te typeren als een rijdende computer.

Jan van Laake, directeur Techniek & ICT mboRijnland
Samenwerking met bedrijven

Om bij te blijven bij de snelle technologische ontwikkelingen, is samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheid van cruciaal belang. Ellard de Vries: ‘Als docenten moeten we op de hoogte zijn van de meest moderne technieken. Daarom hebben we veel contact met autobedrijven en importeurs.’ Om dit te demonstreren waren er tijdens de opening verschillende technische bedrijven aanwezig. Theo Eitjes, directeur after sales bij Hyundai, gaf een verbluffend inkijkje in de razendsnelle veranderingen die de motorvoertuigentechniek te wachten staan.

Ook het AD schreef een mooi artikel over de nieuwe praktijklokalen.
Bovendien was teamleider Ellard de Vries te gast bij Omroep West in het radioprogramma Muis in de Morgen. Hij is vanaf minuut 27 aan het woord.
Mooie promotie waar alle medewerkers en studenten van motorvoertuigentechniek trots op kunnen zijn.

Interesse in de opleiding Motorvoertuigentechniek of één van de andere opleidingen binnen Techniek & ICT bij mboRijnland?

Studenten leren ondernemen met microkrediet

Studenten Management retail van mboRijnland in Alphen aan den Rijn doen mee aan het project Day for Change. Hiermee leren ze met behulp van microkrediet een onderneming op te zetten en deze ook echt te uit te voeren. De studenten doen ervaring op met ondernemerschap, microfinanciering en leren meer over de (relatieve) waarde van geld. Daarnaast is er ook oog voor ontwikkelingssamenwerking. De gemaakte winst gaat namelijk naar 15 ondernemende vrouwen in Noord-Bengal in India. Zij verkopen eten, kleding en accessoires. Met de bijdrage kunnen ze hun bedrijfsactiviteiten vergroten en hun economische positie versterken.

Het project is een samenwerking tussen Rabobank Groene Hart Noord, Stichting Day for Change en mboRijnland. Lees in dit artikel van de Rabobank meer over dit maatschappelijk betrokken initiatief.

Studenten leren ondernemen met microkrediet

​​Studenten Management retail van mboRijnland in Alphen aan den Rijn doen mee aan het project Day for Change. Hiermee leren ze met behulp van microkrediet een onderneming op te zetten en deze ook echt te uit te voeren. De studenten doen ervaring op met ondernemerschap, microfinanciering en leren meer over de (relatieve) waarde van geld. Daarnaast is er ook oog voor ontwikkelingssamenwerking. De gemaakte winst gaat namelijk naar 15 ondernemende vrouwen in Noord-Bengal in India. Zij verkopen eten, kleding en accessoires. Met de bijdrage kunnen ze hun bedrijfsactiviteiten vergroten en hun economische positie versterken. 

Het project is een samenwerking tussen Rabobank Groene Hart Noord, Stichting Day for Change en mboRijnland. Lees in dit artikel van de Rabobank meer over dit maatschappelijk betrokken initiatief.

Laptops op wielen tijdens opening vernieuwde afdeling motorvoertuigentechniek

De vernieuwde afdeling motorvoertuigtechniek van mboRijnland in Gouda is dinsdag 11 december officieel geopend. De meest moderne technieken hebben er een plek gekregen. Studenten hebben nu nog meer gelegenheid om te werken met hybride en elektrische auto’s.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met een druk op een rode knop openden Otto Jelsma, voorzitter van het College van Bestuur, twee studenten en Thierry van Vugt, wethouder Onderwijs in Gouda, de nieuwe leerplek. Het was de start van een verhaal over modern vakonderwijs dat klaar is voor de toekomst. Jan van Laake, directeur van MBO College Techniek & ICT: ‘Een moderne auto is het best te typeren als een rijdende computer. Elektrische, hybride en met waterstof aangedreven auto’s zitten vol met software en elektronica. Motorvoertuigentechniek kan daarom niet meer zonder technologie en ICT. Dat vraagt om crossovers tussen de verschillende vakgebieden in de techniek. Deze vernieuwde opleidingsruimtes bieden daarvoor alle gelegenheid. Hier kunnen we studenten aan de hand van speciaal geprepareerde leerauto’s opleiden tot vakkrachten die met de meest moderne voertuigen, techniek en ICT overweg kunnen.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rijdende laptop

Om dit verhaal te illustreren kregen de aanwezigen de kans om een kijkje nemen in het binnenste van een hybride lesauto en waterstofauto. Teamleider Ellard de Vries noemt de moderne auto’s ‘een laptop op wielen.’ ‘Het zijn zeer geavanceerder voertuigen die vol complexe systemen zitten, zoals datasystemen en veiligheidssystemen.’ Docent Tom Seldenthuis legt uit dat automonteurs daarom veel meer leren dan het oplossen van technische problemen. ‘Een monteur houdt zich steeds meer bezig met het dataloggen, het uitlezen en interpreteren van gegevens uit het interne computersysteem.’ Juist het samenkomen van verschillende technieken spreekt studenten aan, bleek tijdens de openingsdag. ‘Juist daarom heb ik voor deze opleiding gekozen.’ Ellard de Vries is trots op de studenten: ‘Als je deze opleiding hebt afgerond, mag je echt zeggen dat je een enorme prestatie hebt geleverd.’

Samenwerking met bedrijven

Om bij te blijven bij de snelle technologische ontwikkelingen, is samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheid van cruciaal belang. Ellard de Vries: ‘Als docenten moeten we op de hoogte zijn van de meest moderne technieken. Daarom hebben we veel contact met autobedrijven en importeurs.’ Om dit te demonstreren waren er tijdens de opening verschillende technische bedrijven aanwezig. Theo Eitjes, directeur after sales bij Hyundai, gaf een verbluffend inkijkje in de razendsnelle veranderingen die de motorvoertuigentechniek te wachten staan. ‘Daar moet het onderwijs goed op inspelen. Ik ben wat dat betreft zeer positief over de visie en aanpak van mboRijnland.’ Ook Martin Seiffers van technisch adviesbureau Accenda liet zien dat de technologische innovaties in de mobiliteitssector vragen om intensief contact tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid. ‘Die moeten elkaar omarmen. Ze hebben elkaar heel hard nodig.’ Dat beaamde Thierry Vugt, wethouder van Onderwijs van de gemeente Gouda: ‘Ze kunnen niet zonder elkaar.’ Hij benadrukte de belangrijke rol van mboRijnland voor de gemeente: ‘Niet alleen onderwijstechnisch, maar ook door hun bijdrage aan het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken waar we als samenleving voor staan, zoals de energietransitie, de circulaire economie en veranderende vormen van mobiliteit.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veel media-aandacht

De pers kreeg voorafgaand aan de opening een rondleiding door de nieuwe praktijklokalen. Het leverde mooie media-aandacht op. Zo maakte Omroep West een mooie reportage van de vernieuwde afdeling Motorvoertuigentechniek, met daarin een interview met studenten en docent Tom Seldenthuis.

Ook het AD schreef een mooi artikel over de nieuwe praktijklokalen.

Bovendien was teamleider Ellard de Vries te gast bij Omroep West in het radioprogramma Muis in de Morgen. Hij is vanaf minuut 27 aan het woord.

Mooie promotie waar alle medewerkers en studenten van motorvoertuigentechniek trots op kunnen zijn.

Kamerlid bezoekt rekenonderwijs mboRijnland

Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66) woont vrijdag 30 november extra rekenonderwijs bij. Met onderwijs in zijn portefeuille bezoekt de heer Van Meenen graag het onderwijs zelf zodat hij daar een juist beeld van krijgt. Op het programma staat allereerst het verschil tussen rekenen op de basisschool en rekenen in het mbo. Daarna wordt ingegaan op het verschil tussen wiskunde en rekenen. Als voormalig wiskundedocent van onze organisatie kan juist dat onderdeel nog wel eens voor verrassende inzichten zorgen. Volgende week wordt in de Kamer verder gesproken over het rekenonderwijs in het mbo.