Categorie archieven: Nieuws

Actieve rol studenten stagemarkt Welzijn Leidschendam

Het MBO College Welzijn organiseerde op 25 september een stagemarkt voor eerstejaarsstudenten. In Leidschendam speelden tweede- en derdejaarsstudenten een belangrijke rol tijdens deze markt. Zij vertelden over hun eigen stage-ervaringen en gaven workshops. ‘Had ik zo’n markt maar gehad tijdens mijn eerste jaar,” zegt derdejaarsstudent Lisa.

De stagemarkt in Leidschendam was gericht op de eerstejaarsstudenten Onderwijsassistent en (Gespecialiseerd) medewerker kinderopvang. “Het doel was om studenten goed voor te bereiden op hun eerste stage,” vertelt docente Alex Nieulant Pelkman. “Dat is voor veel studenten best spannend. Ze weten niet altijd goed wat ze precies kunnen verwachten van de stage. Deze markt helpt ze bij het kiezen van de juiste stageplek.”
De markt vormt onderdeel van een bredere voorbereiding op de stage, vertelt Alex. “Studenten krijgen het blok ‘Ondernemende vaardigheden’. Ze leren daarin goede sollicitatiebrieven te schrijven en goede telefoongesprekken te voeren. Dat vinden studenten best lastig, ja, ook telefoneren. Ze appen liever, dat doen ze immers de hele dag door, dat is veiliger. Ze zijn vaak heel zenuwachtig voor een telefoongesprek. Soms weten ze helemaal niet goed wat ze dan precies moeten zeggen.”

Studenten houden tafelgesprekken tijdens stagemarkt Leidschendam-Voorburg.

Studenten geven workshops

Op de stagemarkt in Leidschendam waren drie instellingen voor kinderopvang aanwezig. Werknemers van Triodos, Jongleren en Partou  De docenten kozen er verder voor om ook tweede- en derdejaarsstudenten een rol te laten spelen tijdens de stagemarkt. Ze hadden een stand gemaakt waarin ze informatie gaven over alles wat er komt kijken bij de beroepspraktijkvorming. Verder gaven de studenten verschillende workshops, onder andere over het inbakenen van baby’s, het aankleden van een kind volgens de protocollen van de kinderopvang en het volgens de regels opmaken van een kinderbed. “Verder gaven een aantal studenten een workshop over het herkennen van kinderziekten. Ze gaven eerst een presentatie, daarna een overzicht van een aantal ziekten waarin kinderen vlekken op de huid krijgen en tenslotte een quiz waarin de deelnemers foto’s van kinderen met vlekken moesten koppelen aan de juiste ziekte. Echt een ontzettend interessante en leuke workshop.”


Tafelgesprekken

Verder hielden studenten in tweetallen tafelgesprekken met eerstejaarsstudenten. De derdejaarsstudenten Lisa en Aleyna waren verrast over de goede vragen die de eerstejaarsstudenten stelden. “Ze hadden zich echt goed voorbereid,” vertelt Lisa. “Ze waren enthousiast,” bevestigt Aleyna. “Ik had verwacht dat de studenten niet geïnteresseerd zouden zijn, maar dat was helemaal niet het geval.” De eerstejaars wilden heel graag weten wat ze op de stage konden verwachten, vertelt Aleyna. “Welke taken hebben ze? Hoe zit het met de uren?” Ze heeft samen met Lisa zelfs een student Onderwijsassistent overgehaald om over te stappen naar de kinderopvang. “Dat meisje twijfelde al een hele tijd  tussen het basisonderwijs en de kinderopvang. Wij hebben haar veel enthousiaste verhalen over de kinderopvang verteld. Dat meisje bedankte ons voor de informatie en vertelde dat wij haar hadden overgehaald om te switchen naar de opleiding Medewerker kinderopvang.” Lisa : “Het is goed om studenten bij zo’n stagemarkt te betrekken. Wij vertellen het echte verhaal, oprecht. Eigen ervaringen zijn nooit verkeerd. Het is jammer dat ik deze markt niet in het eerste jaar heb gehad.”

Stempels

Om de motivatie van de eerstejaarsstudenten te stimuleren, kregen ze een stempelkaart mee. De tweede- en derdejaarsstudenten gaven de stempels. Alex: “Maar alleen als ze vonden als de eerstejaarsstudenten een geïnteresseerde houding hadden.” Dat was geen probleem. “Nou ja, bij één groepje wel,” zegt Aleyna. “Die zaten onderuitgezakt naar ons verhaal te luisteren. Maar ja, om nou geen stempel  te geven… dat is best lastig. Het zijn net als ik studenten.” Ze snapt de desinteresse wel. “Het waren studenten Onderwijsassistent. Die hebben natuurlijk niet veel belangstelling voor een verhaal over de kinderopvang. Dat begrijp ik wel.”

Saamhorigheid

Alex is net als Lisa en Aleyna erg positief over de stagemarkt. “Van eerstejaarsstudenten hoor ik dat ze er veel aan gehad hebben. Het zorgt er bovendien voor dat de studenten uit verschillende leerjaren elkaar leren kennen. Dat is goed voor het gevoel van saamhorigheid van het team Welzijn in Leidschendam-Voorburg.”

Eerste lichting Fietsenmakers mboRijnland geslaagd

De 12 studenten zijn opgeleid tot assistent-fietstechnicus bij mboRijnland. Door het harde werken van de studenten en een unieke samenwerking tussen werkgevers en onderwijs is dit mooie resultaat bereikt.

De opleiding is opgezet in samenwerking met Atlas fietsen, U-stal, Tweewieler Academy (Innovam), en sociaal werkbedrijf DSW en is in september 2018 gestart. De studenten gingen een dag per week de schoolbanken in. De overige 4 dagen hebben ze bij een werkgever de kneepjes van het vak in de praktijk geleerd. Voor deze groep is dit de manier om de arbeidsmarkt te betreden.

Steeds minder jongeren kiezen voor het beroep van fietsenmaker. Door deze opleiding maken meer studenten kennis met het vak en worden openstaande vacatures ingevuld. Na het behalen van hun diploma kunnen de studenten aan het werk of doorleren voor de opleiding mobiliteit niveau 2, waar hun kennis zich uitbreidt tot elektrische fietsen en scooters. Vanaf september start de tweede groep met de opleiding.

Werkplekleren en leertechnologie motiveren

Een peer feedback community, digitale beeldtafel en een virtuele leeromgeving. Het zijn niet direct de woorden waaraan je denkt bij onderwijs van de MBO Colleges Welzijn en Gezondheidszorg. Toch speelt deze leertechnologie een belangrijke rol in twee innovatieve praktijkleerroutes voor bbl-studenten.

De branches welzijn en gezondheidszorg veranderen door de snelle technologische ontwikkelingen in de samenleving. Robotisering, sociale media, biomedische nanotechnologie en kunstmatige intelligentie hebben grote invloed op het werk in deze sectoren. Het is belangrijk dat welzijns- en zorgprofessionals deze veranderingen een plek kunnen geven in hun werk. Dat vraagt om nieuw onderwijs. ‘Werkgevers in de zorg en het welzijnswerk vinden dat er nu een te groot gat is tussen de kennis die studenten op school leren en het werk dat ze in de praktijk moeten doen’, vertelt docent Sonja Jong.

Werkplekleren
Daarom start mboRijnland in nauwe samenwerking met CSS Breda met werkplekleren en leertechnologie. ‘In dit leertraject staan de werkervaringen van de studenten centraal in het onderwijs’, vertelt Sonja. ‘In alle opdrachten, werkvormen en gesprekken gaan we in op de ervaringen die studenten in de praktijk van hun baan opdoen.’

‘In dit leertraject staan de werkervaringen van de studenten centraal in het onderwijs’

Het werkplekleren wordt gegeven in de bbl-opleiding Verpleegkunde en de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker. Beide opleidingen zijn verdeeld in periodes van tien weken waarin één thema centraal staat. ‘In de opleiding Verpleegkunde zijn dat de thema’s zorgverlening, organiseren en communiceren. Bij de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker behandelen we bijvoorbeeld het thema opvoeding en ontwikkeling.’ Dat wil niet zeggen dat de inhoud van het onderwijs vooraf helemaal vastligt, integendeel zelfs. ‘De ervaringen van de studenten bepalen de inhoud. Die kunnen we niet sturen. Wel zorgen we er met onze opdrachten en werkvormen voor dat iedere werkervaring een leermoment wordt. Waarom hebben de studenten op een bepaalde manier tijdens hun werk gehandeld? Wat waren mogelijke alternatieven? Daar staan de studenten met elkaar bij stil. Ze geven elkaar feedback en zoeken samen naar de beste oplossing. Zo maken we het onderwijs relevant voor studenten, en het werkveld.’

Leertechnologie
Bijzonder is ook dat de docenten het onderwijs geven in de instelling waar de studenten werken. ‘Het onderwijs hebben we samen met de deelnemende instelling ontwikkeld. Het is ook hún traject.’ Tijdens de lessen bespreken en analyseren de studenten de praktijksituaties waarmee ze te maken hebben gehad. ‘Ook leggen de studenten en de docenten een verbinding met de competenties die de studenten moeten leren en de eisen die het kwalificatiedossier van de opleiding stelt. Gedurende het leertraject verzamelt de student bewijsmateriaal waarmee hij aantoont dat hij alle vereiste competenties beheerst,’ legt Sonja uit.

Vernieuwende beeldtafel
In het werkplekleren maken de docenten gebruik van innovatieve leertechnologie. Dit zijn werkvormen die gebruikmaken van ICT en andere moderne technologische ontwikkelingen. Sonja demonstreert de beeldtafel, een enorme interactieve tablet in de vorm van een statafel. Ze logt in en laat een film zien waarin een groot aantal fragmenten over communicatie elkaar opvolgen. ‘Iedere student selecteert door het tikken op het scherm zes beelden die voor hem of haar het meest symbool staan voor goede communicatie. Onder leiding van de docent gaan de studenten aan de hand van de gekozen beelden met elkaar in gesprek over de gemaakte keuzes. Samen moeten ze tot consensus komen over wat de zes belangrijkste aspecten van goede communicatie zijn.’ De beeldtafel wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij het onderwerp reanimatie. Hierbij moeten de studenten foto’s van een reanimatieproces in de juiste volgorde zetten. Sonja is erg positief over deze werkvorm. ‘Mensen in de zorg zijn vooral beelddenkers en minder gericht op teksten. Studenten zijn dan ook enthousiast over de beeldtafel. Ze zijn heel geconcentreerd en worden helemaal niet afgeleid. Die tafel brengt  echt hele fundamentele gesprekken op gang.’ Ze glijdt met haar vingers over het beeldscherm. ‘Studenten zijn hierbij heel fanatiek. Niet zo gek, zij bepalen zelf welke beelden worden gekozen, zij hebben de regie in handen.’ ‘Studenten zijn hierbij heel fanatiek. Niet zo gek, zij bepalen zelf welke beelden worden gekozen, zij hebben de regie in handen.’

Sonja selecteert ter illustratie uit de film zes beelden, die daarna als losse foto’s op het scherm verschijnen. ‘Normaal gesproken doe niet ik dat, maar studenten doen het. Ik heb geen invloed op hun keuzes.’ Ze geeft de beelden een naam en zet ze in volgorde van belangrijkheid. ‘Dat proces doen studenten in groepsverband. Waarom is het ene aspect belangrijker dan het andere? Dat zijn vragen waarmee ik het gesprek stimuleer.’ De uitkomst wordt niet alleen opgeslagen in het persoonlijk dossier van de studenten, hij komt ook eens drie keer terug via een leergame. ‘Die ontvangen de studenten op hun smartphone of laptop. In zo’n game moeten ze bijvoorbeeld de namen van de fragmenten over communicatie weer koppelen of de beelden weer in de eerder gekozen volgorde praten. Er zit ook een wedstrijdelement in. Ze gaan dan de strijd aan met klasgenoten. Wie heeft de meeste antwoorden goed? Wie is het snelst? De uitslag zien ze op het scherm. Maar het belangrijkste is dat deze games zorgen dat de kennis beter beklijft.’

Virtuele leeromgeving
‘Het leertraject heeft ook een virtuele leeromgeving. Belangrijk onderdeel daarvan is de peer feedback community. Hierin kunnen docenten én studenten opdrachten, filmpjes en informatiemateriaal plaatsen.‘ Sonja wijst naar een opdracht waarin studenten met een fotoverslag hun ambities voor de komende periode moeten verbeelden. ‘Andere studenten kunnen daarop feedback geven, net zoals op Facebook.’ ‘Een mooi voorbeeld’, staat er onder een foto van een student. ‘Die situatie heb ik ook meegemaakt. Best lastig.’ Zo’n reactie kan dan weer besproken worden, in de virtuele leeromgeving, of in de les. Volgens Sonja toont dit voorbeeld aan dat leertechnologie bijdraagt aan de professionele dialoog van studenten. ‘Ze leren nu vanuit zichzelf, vanuit intrinsieke motivatie. Het leerrendement is daardoor veel hoger.

Centrum voor Innovatief Vakmanschap
De leertrajecten worden ontwikkeld door het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg, waar mboRijnland penvoerder van is. In het CIV werken een groot aantal instellingen uit de zorg- en welzijnssector en mboRijnland samen aan het oplossen van opleidingsvraagstukken binnen welzijn en zorg. Dat gebeurt door middel van het ontwikkelen van modulair en certificeerbaar onderwijs, hybrideonderwijs in (wijk)labs en een practoraat (platform praktische innovatie).

Minister Koolmees bezoekt festival locatie Gouda

Het is de week van Zorg en Welzijn. Honderden organisaties door heel het land zetten hun deur wagenwijd open. Bij mboRijnland in Gouda vond 12 maart het Festival Ontdek Zorg en Welzijn plaats. Doel van het festival, georganiseerd door Care2Care, is de drempel voor werkzoekenden in deze sector te verlagen. Vele zorg- en welzijnsinstellingen presenteerden zich op deze goedbezochte banenmarkt voor werkzoekenden.

Financieel CV
De banenmarkt werd ook bezocht door minister Koolmees. Hij lanceerde hier ‘financieel CV’ een nieuwe tool voor werkzoekenden en werkgevers. Werkzoekenden hoeven slechts een paar gegevens in te voeren. De financieel CV-tool produceert automatisch een brief gericht aan de werkgever. Daarin staat aangegeven op welke financiële voordelen de werkgever recht heeft als hij de werkzoekende aanneemt.

Natuurlijk waren ook onze eigen studenten aanwezig. Zij hadden een leuke hoek ingericht waarin ze lieten zien hoe zorgonderwijs bij mboRijnland gegeven wordt. Minister Koolmees wilde er alles van weten: welke opleiding volgden de studenten nu precies? Of het aan hun verwachtingen voldeed. Of mboRijnland een leuke school is (wat gelukkig met een volmondig ‘Yessss’ werd beantwoord) en of ze al benaderd waren door werkgevers. Alle studenten hadden al een baantje dus met die arbeidsmarkt kwam het wel goed, volgens hen.

Minister Bruins op werkbezoek bij mboRijnland

Op maandag 11 maart bezocht minister Bruno Bruins onze vestiging aan de Strom Buysingstraat. Hij ging daar in gesprek met studenten en oud-studenten van de opleiding Sport en Bewegen. Bruins werd bijgepraat over het belang van sport en bewegen in ons dagelijks leven en over de mogelijkheden op de arbeidsmarkt die je hebt als student van deze opleiding

De eerste presentatie, gegeven door derdejaars studenten, had als thema het vernieuwend onderwijs. Dit lieten de studenten zien aan de hand van een project waar zij op dit moment mee bezig zijn: het testen van de gezondheid van scholieren van het Bonaventura College. De tussentijdse rapportage toonde een min of meer zorgelijk beeld wat betreft lenigheid, uithoudingsvermogen, spierkracht etc. De taak aan onze studenten om daar een oplossing voor te bedenken. Waarvoor komt de jeugd van de bank of achter het scherm vandaan?

Tweede presentatie had als thema de veelzijdigheid van de opleiding Sport en Bewegen. Drie oud-studenten die inmiddels allemaal een eigen bedrijf hebben, waren bereid gevonden om dat uit te leggen aan de minister. Rode draad door de drie verhalen was, dat de opleiding deze oud-studenten had geholpen bij hun persoonlijke ontwikkeling. Wat kun je wel? Waar ligt je hart? En waarvoor kun je beter samenwerken met anderen? Ieder van hen was een eigen kant op gegaan, waarvan eentje zelfs helemaal buiten de branche. Hij heeft een callcenter waar hij rond de 100 medewerkers aanstuurt. En dat allemaal dankzij de opleiding Sport en Bewegen.

Als laatste werd de minister bijgepraat over de aanpak van de Leidse Koningsspelen en de verwevenheid daarmee met mboRijnland. Er volgenden geanimeerde gesprekken tussen minister, studenten en docenten. Inzichten werden uitgewisseld en opdrachten meegegeven aan ‘Den Haag’.

Benoeming Yardena Shitrit tot voorzitter Raad van Toezicht

Yardena Shitrit is op 5 maart jl. tijdens de vergadering van de Raad van Toezicht benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van mboRijnland. Zij volgt daarmee Bernard Fransen op, die per 1 december 2018 afscheid heeft genomen. Yardena was vanaf juni 2014 vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van ROC Leiden. Na de fusie tussen ID College en ROC Leiden werd zij lid van de Raad van Toezicht van mboRijnland, voor deze functie werd zij per juni 2018 herbenoemd.

Achtergrond
Yardena is sinds 2016 concerndirecteur Personeel & Organisatie bij de gemeente Amsterdam. Vanuit die functie is zij verantwoordelijk voor het personeelsbestand van zo’n 15.000 vaste medewerkers en 4.000 op inhuurbasis. In december 2017 won Yardena de vakjuryprijs bij de landelijke HR Top100-verkiezing (www.hrtop100.nl). Daarnaast is zij een ervaren toezichthouder. Op dit moment onder meer bij de Koninklijke Stichting Defensiemusea en de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Haaglanden.

Yardena heeft de totstandkoming van mboRijnland van dichtbij meegemaakt en draagt ons ROC een zeer warm hart toe. Zij wil graag samen met het bestuur en de Raad van Toezicht invulling geven aan het motto van mboRijnland: méér dan mbo.

Goed voorbereid doorstromen naar het hbo

Vanaf augustus 2019 kunnen studenten weer het doorstroomprogramma mbo-pabo volgen. Hiermee worden zij voorbereid op een overstap naar het hbo. Studenten die in het laatste jaar van een niveau 4 mbo-opleiding zitten en verwachten voor de zomervakantie hun diploma te halen, komen in aanmerking voor het programma. Van techniek tot horeca. Dit programma is speciaal bedoeld voor studenten die een ander soort opleiding volgen, maar toch graag kiezen voor een carrière in het basisonderwijs.

Aandacht voor programma
Middels sociale media en een bericht op het studentenportaal proberen we meer aandacht voor het traject te genereren. Aanvullend hierop zou het waardevol zijn als er aandacht in de klassen komt voor dit doorstroomprogramma.
Vanuit de projectgroep kan er bijvoorbeeld een docent langskomen om in de klas, of aan een groep reeds geïnteresseerden, in een half uur meer te vertellen over het programma.

Oproep
Zijn er klassen en/of studenten waarvan je denkt dat die hiervoor in aanmerking komen of interesse hebben in een voorlichting? Laat het weten via doorstroomklas@mborijnland.nl.

Proeven aan hbo 
Tijdens het voltijd doorstroomprogramma gaan leren en praktijk samen op. Studenten krijgen vakken als Aardrijkskunde, Geschiedenis, Natuur en Techniek en werken aan projecten. Ook krijgen zij basisvakken als Rekenen en Nederlands en proeven zij alvast de sfeer op de hogeschool. Ze maken ook kennis met hbo-vaardigheden en met de praktijk. Ze lopen één dag in de week stage te lopen op een basisschool.

Na succesvolle afronding van het programma zijn de studenten klaar voor toelating op de pabo. Daarmee kunnen zij in februari 2020 starten, direct aansluitend op het programma.

Het aantal pabo-studenten loopt de laatste jaren sterk terug. De nieuwe doorstroomklas moet hierbij helpen, zodat meer mbo’ers succesvol instromen op de pabo. In 20 weken tijd bereiden de studenten zich daarbij voor op hun overstap naar de pabo. De doorstroomklas is een samenwerking tussen mboRijnland, ROC Mondriaan, Haagse Hogeschool en Pabo Inholland Den Haag.

Bekijk de flyer voor meer info

Techniek wordt de ruggengraat van de maatschappij

“Houd het technisch beroepsonderwijs overeind! Want we staan voor grote maatschappelijke uitdagingen op diverse gebieden ‒ klimaat, energie, zorg, infrastructuur, mobiliteit ‒ en techniek moet al die transities faciliteren. Techniek wordt de ruggengraat van de maatschappij.” Dit was de heldere boodschap van Doekle Terpstra, voorzitter Techniek NL tijdens de bijeenkomst ‘Onderwijs & Arbeidsmarkt’ op 7 februari.

Tijdens de bijeenkomst in het gebouw van mboRijnland in Gouda wordt duidelijk dat er wel een “gigantische uitdaging” ligt. Terpstra: “Zo’n 10-20 jaar geleden dachten we dat we er waren, met het technisch beroepsonderwijs. De ogen richtten zich op de routing mavo-havo, vwo en gymnasium. En het beroepsonderwijs werd beschouwd als ‘inferieur’. Bizar. Want intussen worden we steeds afhankelijker van goede vakmensen. Al die warmtepompen, oplaadpalen en toekomstige innovaties moeten namelijk wel door iemand worden aangelegd.”

Het imago van beroepsonderwijs

Het imago van het beroepsonderwijs moet dus veranderen. Bij leerlingen maar vooral ook bij hun ouders. Want vakmensen zijn nu én straks heel hard nodig in tal van sectoren. “In Duitsland hebben ze dat goed begrepen”, vertelt Terpstra.“Daar koesteren ze van oudsher vakmanschap en beroepsonderwijs. Wij in Nederland hebben vooral veel aandacht gegeven aan het algemeen vormend karakter van onderwijs. Maar wie nu kiest voor het technisch vmbo en mbo, kiest voor een toekomstbestendige baan. Dat moeten we echt tussen de oren krijgen. Anders zullen we die energietransitie nooit voor elkaar krijgen.”

Tekorten

Nu al signaleert Terpstra tekorten, die ‒ zo voorspelt hij ‒ alleen maar zullen oplopen. “We leiden mensen op van wie we nu weten dat ze straks geen plek zullen vinden omdat techniek nauwelijks meer in het pakket zit. En we laten het allemaal gebeuren.”

Eén ecosysteem van bedrijven en onderwijs

Het onderwijs en het bedrijfsleven moeten daarom worden samengebracht, bepleit Terpstra. “Ze moeten één ecosysteem gaan vormen.” Dat beaamt ook Jan van Laake, directeur Techniek & ICT mboRijnland. “We willen samen met bedrijven de toekomst in kijken: welke technologieën worden belangrijk, en hoe leiden we de leerlingen op? Want nu sleutelen we hier aan diesel, maar straks aan waterstof!” Hij vervolgt: “De grote vraagstukken spelen zich af buiten de school. Denk aan het openbaar vervoer, de nul-op-de-meterwoningen, het waterprobleem in Gouda, de groene daken. Daarom brengt mboRijnland het onderwijs naar buiten, in zogenaamde satellietlabs of living labs. In een living lab werken studenten samen met bedrijven aan het oplossen van een maatschappelijk vraagstuk, op locatie. Het gaat meer en meer om het samenbrengen van disciplines. Om clusteren.”

Regionale aanpak: clusteren
‘Clusteren’ is ook het sleutelwoord in het voorstel voor een regionale aanpak van Teun van Bokhoven, voorzitter van Duurzaamheidsplatform Gouda. “Doekle Terpstra heeft de opgave geschetst. Van Jan van Laake hebben we gehoord hoe het onderwijs al actief is en naar buiten wil treden. Nu moeten we vervolgstappen maken! Want bedrijven worden geconfronteerd met enorme opgaven. De opleidingen in de regio, de skills en expertise van uitstromende leerlingen, moeten matchen met de vraag vanuit het regionale bedrijfsleven. En dat gaat niet zomaar gebeuren. Ik vraag u: kunnen we de ecosystemen waarover Doekle sprak niet clusteren in thema’s, en bedrijven en onderwijs binnen die thema’s in onze Goudse regio bij elkaar brengen?”

Wethouder Thierry van Vugt onderstreepte dit belang. En hij ziet de gemeente als een actieve partij om de verbinding tussen het beroepsonderwijs en bedrijfsleven te versnellen. “Bij de uitvoering van nieuwe initiatieven op dit terrein kunnen jullie dus op steun van de gemeente rekenen”, zo stelde de wethouder.

Jaarconferentie succesvol CIV Smart Technology bij TU Delft

Blijf out of the box denken en vier successen. Dat was de boodschap van Maarten Steinbuch, hoogleraar op het gebied van hightech systemen. Zijn bevlogen rede was het hoogtepunt tijdens de Jaarconferentie van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology.

De Jaarconferentie van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology stond op woensdag 13 februari geheel in het teken van de inkleuring van het programma Smart Education 2019-2022. In het gebouw Xplore op de campus van de Technische Universiteit Delft kwamen zo’n 125 genodigden bijeen om te worden bijgepraat over de volgende fase van dit succesvolle CIV.

Stronteigenwijs zijn

Tijdens de conferentie nam Maarten Steinbuch de studenten, partners van het CIV en docenten en medewerkers mboRijnland mee in de hightech-wereld die zich ook de komende jaren enorm snel blijft ontwikkelen. Hij riep de studenten op om vooral ‘out of the box’ te blijven denken en niet te vergeten om ook je successen te vieren. Als voorbeeld liet hij zijn winning team zien dat al een paar keer de wereldkampioenschap robotvoetbal is geworden door creatief te denken.

Hij voorspelt dat ons onderwijs steeds meer individueel wordt en dat zeker de helft van de kennis via internet vergaard wordt. Nu doen we – bijvoorbeeld via het CIV – al veel projecten, maar dit zal nog meer gewoon worden. De kracht van onze Nederlandse mentaliteit – stronteigenwijs zijn en onze ‘peers’ belangrijker vinden dan de ‘baas’ – helpt ons om goed in teams te werken en zo vooraan te lopen in innovatie.

GREEN VILLAGE

Voor een dertigtal studenten van de opleiding Smart Technology bij mboRijnland begon de conferentie met een rondleiding in ‘The Green Village’. Dit is een proeftuin voor duurzame innovaties, op de campus van de TU Delft. Het is een openluchtlaboratorium voor experimenten met nieuwe technologieën voor de woon- en leefomgeving. De studenten hebben ook een bezoek gebracht aan de locatie van de hyperloop.

TROTS

Een trotse Otto Jelsma, voorzitter College van Bestuur van mboRijnland, blikte tijdens de jaarconferentie terug op de eerste vier jaar van het CIV Smart Technology. “Vanaf de oprichting van het CIV zijn steeds meer zaken duidelijk geworden en vielen hierdoor op zijn plaats. Vooral het vertrouwen van de verschillende partijen – bedrijven, gemeente en overheid – heeft ertoe geleid dat het CIV staat waar het nu is. Een fantastisch resultaat dat we niet van tevoren konden voorspellen. Vooral de satellietlabs (onderwijs buiten de school) zijn de drager geworden en tegelijk het vliegwiel dat het CIV in volle vaart houdt. Een geweldig mooie ontwikkeling.” CIV Smart Technology is inmiddels een volgende fase ingegaan. Er is een stichting opgericht om de organisatie goed te borgen. Otto Jelsma sprak de wens uit dat we de energie vasthouden die we hebben weten te generen en kunnen continueren in deze volgende fase. Zo staan we klaar voor de komende vier jaar.

SMARTLIJNEN

De komende jaren wil MBO College Techniek & ICT het smart technology onderwijs verder verbreden en verdiepen naar een aantal smartlijnen: Smart Building, Smart Energy, Smart Industry, Smart Mobility, Smart Health, Smart Logistics. Jan van Laake is inmiddels directeur in de nieuwe stichting en tevens directeur MBO College Techniek & ICT. Hij stelde tijdens de jaarconferentie zijn projectorganisatie voor. “We gaan bezig met iets dat we nu nog niet precies weten. Dat is een enorme uitdaging. Hoe houden we onze kennis bij? Ik voorspel dat er steeds meer integratie binnen de techniek komt. Hier moeten wij ons onderwijs goed op voorbereiden. De smartlijnen zijn een middel waar we als onderwijs mee aan de slag kunnen, maar natuurlijk niet zonder het bedrijfsleven en de overheid.”
Ria van Oosterhout blijft tot 1 juli aan als programmamanager om te zorgen voor een goede overdracht. Jan van Laake nam van de gelegenheid gebruik om Ria van harte te bedanken voor haar enorme inzet de afgelopen jaren. Zij ontving een mooie bos bloemen en een groot applaus.

 

Studenten en leerlingen laten dromen uitkomen

Dinsdagochtend 12 februari kon initiatiefnemer en oud-leerling van De Goudse Waarden, Mike van Dam, een bedrag van 936,54 uitreiken aan mw. Van Soest van Make-A-Wish. Dit bedrag was opgehaald tijdens een basketbaltoernooi eerder dit jaar. Dat toernooi was georganiseerd door eerstejaars Sport en Bewegen van mboRijnland voor leerlingen van de middelbare school De Goudse Waarden. De opdracht voor de mbo-studenten uit Gouda was het organiseren van een evenement. Opdracht van de leerlingen van de Goudse Waarden was om geld in te zamelen. Samen kozen zij voor het goede doel Make-A-Wish.

Opdracht
Deze opdracht kwam voort uit de lessen OVE, het organiseren van evenementen. De eerstejaars moesten een actief evenementje organiseren, gekoppeld aan een goed doel. Hierdoor leren zij een sportief evenement te organiseren én om te gaan met financiële afwikkelingen. In overleg met een gymnastiekdocent van de school hadden de studenten besloten een basketbaltoernooi te organiseren voor leerjaar 3. In de ochtend mochten leerlingen van 3 HAVO een toernooitje spelen en in de middag was het de beurt aan 3 VWO. Het geld werd tijdens het toernooi ingezameld.

Complimenten

De complimenten vlogen als warme broodjes over de toonbank deze ochtend. Arnoud Buskens docent Sport en Bewegen sprak zijn bewondering voor de studenten uit: “Petje af voor deze studenten hoor! Ongehoord wat jullie neer hebben gezet. Een dergelijk evenement organiseren kan en mag eigenlijk nog niet verwacht worden van eerstejaars. Jullie hebben gepresteerd wat normaal tweede- en derdejaars pas kunnen.” Hans Kallenberg, eveneens docent Sport en Bewegen vult aan: “Ik ben onder de indruk van de mate van zelfstandigheid van deze studenten. Er is onderling geen onvertogen woord gevallen en iedereen deed wat van hem of haar verlangd werd. Het eigenbelang werd ondergeschikt gemaakt aan het groepsbelang.” Zowel de Goudse Waarden als mboRijnland zijn dermate tevreden, dat zij er een jaarlijks terugkerend evenement van willen maken.

Make-A-Wish

Make-A-Wish zet zich in voor wensen van kinderen met een levensbedreigende ziekte. De organisatie probeert de wensen van deze kinderen in vervulling te laten gaan. De doelgroep is de kinderen tot 18 jaar, die een ernstige ziekte hebben, waardoor ze niet zo kunnen leven als hun leeftijdsgenoten.